Bij het afwikkelen van een echtscheiding draait het vaak om de verdeling van goederen en financiën. Bij een stel dat is gehuwd in gemeenschap van goederen wordt de gemeenschap min of meer in twee gelijke delen verdeeld. Alles opgebouwd tijdens het huwelijk, dus spaargeld, schulden, goederen en onroerend goed vallen binnen de gemeenschap. Het is dus van beiden. Bij een stel dat op huwelijkse voorwaarden is getrouwd ligt dat anders. Vaak staat er in deze voorwaarde een verrekenbeding.
Wat houdt dit verrekenbeding in en wat betekent dit tijdens de echtscheiding?
Verrekenbeding
In de meeste huwelijkse voorwaarden is een periodiek verrekenbeding opgenomen. Dit betekent dat de echtgenoten aan het eind van het jaar met elkaar afrekenen. De kosten van de huishouding worden (vaak na rato) van elk inkomen afgetrokken. Wat ieder dan overhoudt om te sparen wordt gelijk – dus ieder de helft- verdeeld. In de praktijk blijkt dat gelukkig gehuwden dit nauwelijks doen. Echt romantisch is het niet, en zo wordt beredeneerd, als je van elkaar houdt is het toch niet erg om wat meer te betalen of minder te sparen.
Als dit tijdens de scheiding met terugwerkende kracht moet worden verrekend, dan is het is heel lastig. Er moet worden teruggerekend wat de gezamenlijke kosten waren, wat ieders inkomen was en wat er aan het eind van het jaar nog op een eventuele betaalrekening stond. Een erg ingewikkelde berekening die een bron voor onenigheid is.
Vervalbeding
Vaak is aan het periodieke verrekenbeding een vervalbeding gekoppeld. Dit betekent dat het recht op verrekening vervalt als die afrekening niet binnen een jaar (of een aantal jaren, net wat is afgesproken) wordt verzocht na het jaar waar de verrekening betrekking op heeft. Zoals gezegd, veelal wordt er niet verrekend tijdens het huwelijk. Pas als er een echtscheiding aankomt of men er al inzit wordt er gekeken naar wie wat betaalt en altijd betaald heeft. Door dit vervalbeding stelt de periodieke verrekening niet veel voor als de echtlieden niet consequent jaarlijks met elkaar afrekenen. Met het vervalbeding gaan de verrekeningen bij een scheiding immers maximaal een paar jaar terug.
Vervalbeding vervalt toch
Dit vervalbeding maakt scheiden een stuk ‘makkelijker’ zou je zeggen. Het scheelt een hoop rekenwerk. Of toch niet? De Hoge Raad heeft uitgemaakt dat het vervalbeding, zoals hierboven beschreven, kan vervallen. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid is het onaanvaardbaar om niet te verrekenen, zo oordeelt de Hoge Raad. Dit betekent dat als er een scheve betaling heeft plaatsgevonden ten tijde van het huwelijk, tijdens de echtscheiding alsnog een verrekening moet plaatsvinden, ongeacht het vervalbeding. De niet-verdeelde overgespaarde inkomsten worden dan alsnog verdeeld.