Tijdens het scheiden wordt alles verdeeld. Gekeken wordt bijvoorbeeld wie wat van de inboedel meeneemt en wat de mogelijkheden zijn wat betreft de koopwoning. Daarnaast worden spaargelden, beleggingen en schulden onder de loep genomen. Vaak is hierover het meeste discussie.
Naar rato betalen
Binnen de meeste huwelijken is afgesproken dat ieder naar rato bijdraagt aan de kosten. Er wordt gekeken naar het inkomen en een verdeelsleutel afgesproken. Zo kan het dus voorkomen dat de één twee derde en de ander één derde van alle lasten betaalt. Soms wordt hier gaandeweg ‘onterecht’ van afgeweken. Bijvoorbeeld als de één meer gaat verdienen en men vergeet de verdeling aan te passen. Gedurende het (goede) huwelijk is er geen probleem maar tijdens de echtscheiding wil vaak degene die naar rato teveel heeft betaald, dit alsnog met terugwerkende kracht verrekenen.
Hoe kan er verrekend worden?
Hoe en of er iets verrekend kan worden is afhankelijk van hoe men is getrouwd- op huwelijkse voorwaarden of in gemeenschap van goederen. Staat er bijvoorbeeld wat beschreven in de huwelijkse voorwaarden over dit onderwerp? Opgemerkt moet worden dat verrekenen met terugwerkende kracht niet wettelijk verplicht is.
Gemeenschap van goederen
Stellen die in gemeenschap van goederen zijn getrouwd, hebben vaak niets te verrekenen. Alles wat is opgebouwd ten tijde van het huwelijk is immers van hun beiden: hun inkomen, het spaargeld, de schulden en de uitgaven. Bij de scheiding wordt alles dus min of meer gelijk verdeeld. Er bestaat geen verdeelsleutel omdat alles gezamenlijk is.
Huwelijkse voorwaarden
Ben je getrouwd buiten enige gemeenschap van goederen? En hebben jullie niet met elkaar afgesproken in de huwelijkse voorwaarden om bij scheiding af te rekenen alsof jullie getrouwd zijn in gemeenschap van goederen? Dan is het doorgaans gecompliceerder. Degene die (vindt) naar rato van zijn/haar inkomen te veel heeft betaald, kan ‘eisen’ dat het wordt verrekend. Dit houdt in dat àlle inkomsten, wie wat heeft betaald en wat onder huishoudelijke kosten valt moet worden opgezocht. De verdeelsleutel moet worden vastgesteld en alle kosten ten tijde van het huwelijk moeten bij elkaar worden opgeteld. Het blijkt in de praktijk zo goed als onmogelijk en leidt tot ellenlange discussies. Dit vraagt namelijk om een compleet en zeer nauwkeurig bijgehouden boekhouding die beide partners onderschrijven. Elke bonnetje moet dan namelijk bekeken worden.
Vervalbeding
‘Gelukkig’ is vaak in de huwelijkse voorwaarden een vervalbeding opgenomen. Dit betekent dat elk jaar een verrekening van de kosten moet worden gedaan. Wordt dat niet elk jaar gedaan? Dan zorgt dit vervalbeding ervoor dat het recht op verrekening vervalt als deze afrekening niet binnen een jaar (of een aantal jaren, afhankelijk wat is afgesproken) wordt uitgevoerd na het jaar waar de verrekening betrekking op heeft.
Het voordeel hiervan is dat àls er tijdens het huwelijk niet wordt verrekend en er wordt bij een echtscheiding wèl om verrekening van de huishoudkosten gevraagd, het slechts een verrekening van de laatste één of twee jaren kan zijn. Dit is doorgaans een stuk overzichtelijker dan als het over bijvoorbeeld 20 jaar huwelijk gaat. Wie wat de afgelopen 20 jaar heeft betaald, is niet meer van belang. Ook, of zelfs, de Hoge Raad veegt dit vervalbeding niet van tafel, zoals ze wel kan doen bij de verrekening van inkomen.
Dus?
Uit bovenstaande blijkt dat getrouwd zijn op huwelijkse voorwaarden dus niet betekent dat niets verrekend hoeft te worden. Het is zaak om de verdeelsleutel te berekenen. Inkomens dalen en stijgen en het is daarom belangrijk om af te toe te checken of ieder naar rato bijdraagt aan de kosten van de huishouding. Want alles berekenen bij een scheiding is nagenoeg onmogelijk en het vervalbeding zorgt ervoor dat er slechts voor een aantal jaar kan worden verrekend.