Donderdag 15 december 2016 – Afgelopen week is door de staatscommissie Herijking Ouderschap een voorstel ingediend. Het voorstel is om meerouderschap en meeroudergezag mogelijk te maken. Bijvoorbeeld van een mannelijk homostel krijgt de ene man samen met een vrouw een kind. Dit kind heeft volgens de wet één vader en een moeder, met het bijbehorende ouderlijk gezag. De partner van de vader heeft geen rechten, ook niet als bijvoorbeeld het kind in het ziekenhuis ligt en er belangrijke beslissingen genomen moeten worden, of als hij en zijn partner uit elkaar gaan. Dit voorstel (Herijking Ouderschap) heeft ook betrekking op gescheiden ouders die beiden weer een nieuwe partner krijgen en waarvan de nieuwe partners zo’n onderdeel zijn geworden in het leven van het kind, dat zij ook ouderlijk gezag krijgen.
Op tv zie ik een homostel en een moeder die dit voorstel direct omarmen. Een van de vaders loopt er namelijk tegen aan dat hij – hoewel hij zich vader voelt en waarschijnlijk straks ook als vader wordt gezien door hun kind – geen rechten heeft. Als je het zo ziet kun je niet anders dan het voorstel tot meerouderschap en meeroudergezag een goed idee vinden.
Maar wat zijn de gevolgen van dit voorstel? Het nemen van een beslissing (over je kind) met twee personen is soms al lastig, laat staat als je dat met drie of vier ouders moet doen, vooral als ze net zo veel te zeggen hebben over het (biologische) kind van hun partner. En als de nieuw ontstane gezinssituatie uiteen valt – het scheidingspercentage van tweede relaties of huwelijken met samengestelde gezinnen is hoog – dan wordt het ouderlijk gezag erg versnipperd en wordt goed en harmonisch overleg erg moeilijk.
Ik ben er geen voorstander van. Het is voor twee ouders, die beiden het ouderlijk gezag hebben, al moeilijk genoeg om samen beslissingen te nemen. Beslissingen die in het belang zijn voor het kind en niet in de eerste plaats in het belang van de ouders. Waarbij ouders hun eigen gevoel en ego aan de kant moeten zetten. Dat is voor velen al moeilijk. Mijn idee werd afgelopen week bevestigd door Prof. dr. Ido Weijers, emeritus hoogleraar Jeugdbescherming, aan de Universiteit Utrecht. Hij schrijft in een opinieartikel van NRC Handelsblad:
‘(…)De afgelopen jaren is in brede kring het besef gegroeid dat vele kinderen de dupe worden van complexe, langdurige echtscheidingsprocedures. Het aantal echtscheidingen is sowieso enorm toegenomen. Zo’n 40 procent van alle huwelijken strandt in een scheiding, een aanzienlijk deel in een vechtscheiding, waarbij belangen van kinderen snel uit het oog worden verloren. Juridische procedures, verplichte ouderschapsplannen, mediation en hulpverlening blijken dit niet te kunnen voorkomen.
Tegen deze achtergrond is het merkwaardig dat de Staatscommissie Herijking ouderschap woensdag doodgemoedereerd met een voorstel kwam dat zal bijdragen aan verdere toename van deze problematiek. Het lijkt alsof de commissie zich twee jaar lang in een soort bubble heeft afgezonderd, waar de verontrusting over kinderen die de dupe worden van eindeloos doorruziënde ouders niet is doorgedrongen. Zij pleit voor juridisch meerouderschap en meeroudergezag, fenomenen die nergens in de wereld bestaan en buiten ons land vooralsnog dus ook niet zullen worden erkend. Juridisch meerouderschap heeft consequenties voor het aantal ouders van wie het kind automatisch erft, die onderhoudsplichtig zijn jegens het kind en van wie het de nationaliteit en de naam krijgt. Zorgt de interpretatie en naleving van deze kwesties als ouders ruzie krijgen en scheiden bij het klassieke twee-ouderpaar vaak al voor enorme problemen, die problemen zullen alleen maar groter en complexer worden wanneer er meerdere juridische ouders in beeld zijn die na verloop van tijd toch liever uiteen willen gaan, en waarbij onenigheid over tenminste een van deze kwesties ontstaat.
Meeroudergezag gaat nog veel verder. Meerdere personen beslissen over opvoedingskwesties als straffen en belonen, alle mogelijke afspraken, baantjes en de algehele financiële situatie van het kind en de vertegenwoordiging van het kind ‘in en buiten rechte’, medische ingrepen, schoolkeuze en woonplaats. Zelfs als de relatie tussen drie of vier ouders met gezag stabiel blijft, zal dit al gauw voor spanningen onder de opvoeders zorgen. Maar als de relatie tussen een of meer van deze ouders wordt beëindigd, liggen de conflicten over deze kwesties natuurlijk voor het oprapen.
En daar zit bij dit voorstel de pijnlijkste blinde vlek. Immers, de kans op uiteenvallen van een dergelijke meervoudige opvoedingssituatie neemt exponentieel toe met het toenemen van het aantal personen dat participeert. Ligt het echtscheidingspercentage in de gehele bevolking al hoog, de kans dat een van de betrokken volwassenen uit zo’n meervoudige opvoedingsconstellatie stapt, is nog veel groter. In elk geval is voorzienbaar dat zolang wordt vastgehouden aan het recent ingevoerde wettelijk principe dat ouderlijk gezag behouden blijft na scheiding, dit met een toenemende hoeveelheid en complexiteit aan vechtscheidingen gepaard zal gaan. In al die gevallen zal daarbij opnieuw één partij de dupe worden: het kind.’
Lees hier het hele opinieartikel lezen